Eerste Artikel: ‘DE ONTKENNING’

Door: Martin Rozestraten

In mijn artikelen zal ik bij voorkeur de Naardense Bijbel (2004) van Pieter Oussoren gebruiken. De andere vertalingen zijn eveneens uitstekend geschikt maar de zevende is, vergeleken met de zes andere, ronduit een juweel van een vertaling. Bovendien een historisch monument en nu al beroemd om zijn trouw aan de Hebreeuwse en Griekse grondtekst. Het ronduit schitterend Nederlands taalgebruik is in de huidige tijd wel even wennen natuurlijk.

God heeft de aarde geschapen met een geweldig doel voor ogen. In Psalm 8 vinden we weerklanken van het begin van Gods openbaring. David heeft hierover lang nagedacht. De heldere sterrenhemel in het land Israël, die hij als herder dikwijls observeert, maakt een overweldigende indruk op hem.  Zo groot en groots, zo onmetelijk en indrukwekkend. En dan zijn inzicht dat achter die niet te meten ruimte de onzichtbare God is, die in zijn schepping zijn majesteit toont. De mens lijkt een nietig deeltje in dat enorme heelal. Wat stellen wij eigenlijk voor in deze ontzaglijke duizelingwekkende astronomische ruimte? De kernvraag moet eigenlijk zijn: Wat zijn Gods bedoelingen met zijn schepsel ’mens’?  De hele Bijbel is geschreven om op deze ene allesomvattende vraag  antwoord te geven.

De vraag is: wat heeft de sabbat hier allemaal mee te maken?

Antwoord: alles!

GOD HEEFT SABBAT GEHOUDEN 

Laten wij niet halverwege of aan het eind beginnen maar bij het begin. Het begin is Genesis en niet Matteüs. We kunnen niet driekwart van de Bijbel overslaan en dan menen Gods plan te kennen. De basis van Gods plan is de Thora. De Thora bevat het fundament van het Evangelie. Geschreven door Gods dienstknecht Mozes. Genesis is het eerste boek van de Thora. Daarin lezen we al snel over de sabbat. Niet op een terloopse manier, beslist niet maar héél nadrukkelijk. En die nadrukkelijke wijze moeten wij héél serieus nemen.

“God beziet het, al wat hij heeft gemaakt en zie, het is zéér goed!”
er komt een avond en er komt een ochtend, de zesde dag.
Voltooid worden de hemelen en de aarde en heel hun heirschaar.
God voltooit op de zevende dag zijn werk dat hij heeft gedaan.
God zegent de zevende dag en heiligt die;
want (nu volgt de reden) daarop heeft hij sabbat gehouden van al zijn werk,
dat God geschapen heeft om te maken.”  (Genesis 1:31 - 2:3)

God heeft sabbat gehouden. Hij is ons grote Voorbeeld. De sabbat is de zevende dag.
Zes scheppingsdagen gingen daar aan vooraf.  Dan komt er als het ware een finishing touch:
een voltooiing op de zevende dag. Daarna is het rusten voor God. Ophouden met werken. 
Scheppingswerken wel te verstaan. Het werk van de ‘Maker’ is klaar. Althans in aanleg.  Het is rust.

De sabbat is de enige dag die God heeft gezegend en geheiligd.

De enige! Niet de eerste dag, maar de zevende dag heeft onze Schepper met bijzondere bedoeling apart gezet.
Dat moet tot nadenken stemmen.

Ik hoop niet dat u als lezer naïef denkt: wat hebben deze woorden nu eigenlijk met het Nieuwe Testament te maken?
Of om het in nog duidelijker Nederlands te zeggen: wat heeft deze introductie gebaseerd op het eerste boek van de Thora in hemelsnaam te maken met de stelling:

Het Nieuwe Testament leert dat christenen niet gebonden zijn aan het houden van de sabbat’?

Kunnen wij wat de behandeling van ons onderwerp betreft niet direct overgaan tot de boeken van het Nieuwe Testament?

Wij dienen te begrijpen dat het Nieuwe Testament niet los staat van het Oude Testament. Er is een continu schrijven van Mozes en de profeten, en dit proces is gewoon verdergegaan door het schrijfwerk van de apostelen. Zij zijn állenbestuurd, gedreven en geleid door Gods heilige geest. Het Oude en Nieuwe Testament zijn samen één boek, Gods Boek.
Het een is niet minder dan het ander. Het gaat in de 66 boeken van de Bijbel over hetzelfde Plan. In het christendom heeft zich in sommige kringen de merkwaardige traditie ontwikkeld het Bijbellezen te beginnen met de synoptische boeken Matteüs, Marcus, Lukas. Sommigen zeggen zelfs dat om Jezus te leren kennen wij genoeg hebben aan het getuigenis van Johannes. Geloof in Jezus zou alles zijn wat we nodig hebben.

Jezus mét of zonder zijn geboden?
Want dezelfde apostel Johannes schrijft:

“En hieraan onderkennen we , Dat we hem kennen:
Als we zijn geboden houden.
Wie zegt: ik kén hem
en zijn geboden niet houdt,
is een leugenaar en in hem woont de waarheid niet;
Maar wie zijn woord houdt,waarlijk,
in hem is de liefde van God volmaakt geworden.
Hieraan herkennen we dat we ‘in hem’ zijn:
wie zegt ‘in hem’ te blijven
hoort zelf te wandelen,
zoals hij gewandeld heeft.
Geliefden, het is geen nieuw gebod
dat ik u schrijf, nee
het is een óud gebod
,dat ge al hebt van het begin af:
het gebod van vanouds is
het woord dat ge hebt gehoord!”

Eerste van Johannes 2:3-7

“Hier komt het aan op de volharding van de heiligen,
die de geboden van God en het geloof in Jezus bewaren.“

Openbaring 14: 12; 12: 7

Ik vraag dan: welke geboden bedoelt Johannes?

Eén ding is zeker: Johannes was een Jood; hij stond en wandelde in de goddelijke traditie van Mozes en de profeten.
Deze goddelijke overlevering is de Wet met als kern de Tien Geboden.

Wat de apostelen schreven, waarvan zij getuigden, was een voortzetting van datgene wat de profeten onder leiding van Gods heilige geest aan getuigenissen produceerden. Imitatie profeten zijn er genoeg, ook in onze tijd. De echte profeten van God riepen het volk Israël altijd op terug te keren tot de Thora. Dat deed Jezus ook. Hij was een echte profeet. Méér dan dat. Hij is DE profeet, de profeet bij uitnemendheid. Een profeet zoals Mozes: “een profeet zal ik voor hen  doen opstaan uit de kring van hun broeders, ZOALS JIJ; geven zal ik mijn uitspraken in zijn mond, spreken zal hij dan tot hen al wat ik hem zal gebieden. En het zal geschieden: de man die niet hoort naar mijn uitspraken welke hij zal spreken in mijn naam, - zelf zal ik het van hem terugvragen!“ (Deut. 18:18,19). De profeten vormen een onverbrekelijke keten. Jezus is een Jood, een tsadiq -  de Rechtvaardige. Hij had de geest niet met mate. Evenals Mozes sprak Jezus niet zijn eigen woorden, maar de woorden van Abba Jahweh.

Hij is door Gods geest verwekt in een joodse maagd uit de lijn van David (Lukas 1:35).  In overeenstemming met Gods beloften door zijn profeten. Daarom of om die reden was hij Gods zoon! Hij was het vleesgeworden spreken van God de Vader. “Het spreken is vlees-en-bloed geworden (Johannes 1:18). Jezus was de belichaming van Gods Thora, Gods Onderricht. Hij was  het vleesgeworden Onderricht van God de Vader.  Als wij de volle betekenis van de Thora, inclusief de Tien Woorden (dus inclusief de Sabbat) willen weten, dan moeten wij naar Jezus luisteren.

Jeshua (want zo heet hij in het Hebreeuws) kent de betekenis van de sabbat als geen ander. Jezus houdt van zijn Vader en dus van Gods Wet. De puntgave gedachten van de psalmist zijn óók Jezus’ gedachten:

“Al wie gaaf van weg zijn: zálig!, die wandelen volgens de Wet  van de ÉNE!

Al wie houden zijn overeenkomsten:
zálig!-
met heel het hart hem zóeken!

Bij wat houdt wie jong is
zijn pad schoon?-
door het te bewaken
volgens uw woord!
 

Te na zijn gekomen
die jagen op schande,
van uw Wet zich vérre hebben gezet.

Toch zijt gij, ENE, veel náder,
en al uw geboden zijn getróuw.

Thans en vanouds weet ik uit uw overeenkomsten:
dat gij ze voor eeuwig hebt gegróndvest.”

(Psalm 119:1, 2, 9, 150, 151, 152)

JESHUA GEHOORZAAMDE DE VADER.

Jeshua bewaarde (lees: gehoorzaamde) de woorden van Abba Jahweh. Alle geboden.  Dus ook de sabbat.  De kern van Gods Thora is de Tien Geboden.  Jezus’ onderricht en leven waren volledig in lijn met Mozes en de profeten. Daarom was hij zonder zonde en kon hij als Rechtvaardige voor onrechtvaardigen sterven. Wie zegt ‘in hem’ te blijven, hoort zelf zo te wandelen zoals hij gewandeld heeft! En wat was het kenmerkende van Jezus’ levenswijze? Boven elke twijfel verheven moet het antwoord zijn: door te leven naar de morele Tien Geboden van zijn Vader. Als hij dat zelf niet had gedaan, op volmaakte wijze, dan zou hij niet onze Verlosser zijn geworden!

Bij het onderrichten in de Thora  roept Jeshua op terug te keren naar de  geboden van zijn Vader. Het gaat hem niet om de  mondelinge opinies uit de traditie van de rabbijnen, maar om de geschreven overlevering van Mozes en de profeten. Er staat geschreven! In de bergrede hield hij zijn discipelen een spiegel voor en die spiegel is de Thora. Je hoeft niet bijzonder geschoold te zijn in de Thora of Wet om te begrijpen dat hij de Tien Geboden als geldend voor de gelovigen beschouwde!

“Mij is zo lief geworden uw Wét,
heel de dag is zij mijn overpéinzing.”

Psalm 119:97

“Wie minnen uw Wet,
 
hun vrede is overvlóedig,
geen struikeling ligt op hun pád!
 

Psalm 119:165

De Tien Geboden zijn kern issue. In het onderwijs van Mozes, in het onderwijs van de profeten, en in het onderwijs van Jeshua. Dan spreekt het vanzelf dat de apostelen en andere Messiasbelijdende Joden (en later de aan hetzelfde volk Israël toegevoegde bekeerlingen uit de heidenen) zich hielden aan de Sabbat!   

GEKOMEN OM TE VERVULLEN

Jezus spreekt:

“Meent niet dat ik ben gekomen
om de Wet of de profeten los te laten;
ik ben niet gekomen om los te laten
maar om te vervullen”

Matteüs 5:17

Jezus zegt dat hij niet is gekomen om de Wet te ontbinden, af te schaffen, op te heffen of los te laten. Integendeel, hij is gekomen om te vervullen. Hij is gekomen om ’Amen’ op Gods Wet te zeggen. Om de Thora te bevestigen als het onveranderde Woord van de Vader. Om de Thora te verdiepen. Om de Thora tot zijn volle betekenis te brengen. Om de Thora te vervolmaken. En zijn Wetshandhaving heeft hij niet gebracht om deze een paar jaar later ongedaan te maken.

“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in de eeuwigheden”
(Hebreeën 13:8).

Velen lezen “Christus is het einde der wet” als zou de Wet overboord zijn gegooid. “Want einddoel van een wet is Christus” (Naardense Bijbel). Messias is het eindpunt of einddoel (telos) van de Wet. Messias heeft duidelijk gemaakt, in zijn onderricht in synagogen en in zijn manier van leven hoe je je aan de Wet moet houden.  In 2 Kor. 1:13 komen we het woord ‘telos’ eveneens tegen. “Want echt, wij schrijven u niet anders dan wat ge leest en begrijpt en ik hoop dat ge het eens ten volle (telos) zult begrijpen”. 

JEZUS IS ONS VOORBEELD

Jezus is het grote voorbeeld geweest van hoe je Gods Thora dient te gehoorzamen. Een ware christen is een volgeling van Christus en doet hem in alles na wat het houden van de Tien Geboden betreft. Natuurlijk zijn wij niet letterlijk Christus, maar wij denken, leren en handelen in overeenstemming met zijn uitleg. En deze uitleg is de uitleg van Abba Jahweh. “hij die mij gestuurd heeft is waarachtig, en wat ikzelf van hem heb gehoord, dat spreek ik uit tot de wereld! (Joh. 8:26).

Jezus zegt: “Ieder dus die deze woorden van mij hoort en ze doet, zal gelijken op een bezonnen man, die zijn huis bouwt op de rots… en ieder die deze woorden van mij hoort en ze niet doet zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwt op zand“ (Matteüs 7:24-26).

Het moet duidelijk zijn dat wij niet behouden worden door het houden van de Tien Woorden. Maar degenen die naar eigen believen één gebod verwaarlozen en in hun denksysteem negen geboden overhouden, moeten niet menen behouden te worden omdat zij zich zo keurig houden aan de resterende geboden. Wij worden behouden door genade, en dat is een gave van God die onverdiend is. Maar er zou geen genade zijn als Gods zoon niet gehoorzaam was geweest aan ALLE Geboden van zijn Vader. Zoals uit de gelijkenis die Jeshua heeft verteld blijkt, verlangt Jahweh dat wij navolgers zijn van zijn zoon. Niet om door dit navolgen eigen gerechtigheid te verdienen, maar om de Vader te behagen. Want “in Jeshua” zijn wij niet onder (de veroordelende macht van) de wet, maar onder de genade. Wanneer wij Gods wetten overschrijden of in het navolgen tekortschieten, dan hebben wij de zekerheid dat ons tekort wordt aangezuiverd vanwege  de ‘betaling’ van onze schuld door Zijn beminde zoon! Wij zijn gekocht en betaald.

EEN NIEUW HART

Onze gehoorzaamheid komt voort uit nieuwe innerlijke motieven, een gehoorzaamheid uit het hart. Onze gerechtigheid moet overvloedig zijn meer dan die van de schriftgeleerden en farizeeërs (Matteüs 5:20,21). Niet om onze behoudenis te verdienen, maar omdat wij gedreven zijn door liefde voor onze Maker en Vader,  en omdat wij beseffen wat Hij voor ons heeft gedaan door het geven van zijn eniggeboren zoon! God heeft ons van zijn geest geschonken om zijn geboden te houden en dát maakt het verschil.

“Want de wet van de Geest, van het leven in eenheid met Christus Jezus,
heeft je VRIJGEMAAKT
VAN DE WET VAN DE ZONDE EN DE DOOD

[dus niet van de Thora met zijn morele geboden!].

… heeft hij in datzelfde vlees
het oordeel over de zonde voltrokken,

opdat aan de rechtseis van de Wet
zou worden voldaan

IN ONS DIE NIET MEER WANDELEN NAAR HET VLEES
maar naar de Geest.
Want wie leven naar het vlees
streven naar de dingen van het vlees
en WIE ZICH LATEN LEIDEN DOOR DE GEEST
naar die van de Geest”
 

Romeinen 8:4

Wanneer het kwartje eenmaal valt gaan wij inzien dat het kenmerkende van het “nieuwe verbond” niet gelegen is in het afschrijven van Gods volmaakte geboden, maar in een nieuwe hart relatie met onze levende God.

“Ik zal mijn wetten een plaats geven in hun denken
En ze schrijven op hun HARTEN;
Ik zal hun tot God zijn
En zij zullen mij tot gemeente zijn”
 

Hebreeën 8:10

Jezus onderrichtte de woorden die zijn Vader op stenen tafelen had geopenbaard op Sinaï. Van welke geboden wordt er gezegd dat ze door de vinger van God op stenen tafelen zijn geschreven? Juist ja, van de Tien Woorden! Het vierde gebod is door Jahweh zelf opgeschreven. ZO bijzonder is de sabbat.

“Die platen, maaksel van God zijn die;
en het schrift,
handschrift van God is dat,
gegrift op de platen.”
 

Exodus 31:16

GEEN STREEP DOOR GEBODEN

Denkt u maar echt niet dat die geboden zijn uitgewist. Misinterpretatie. “Wat zullen wij dan zeggen? - dat de Wet zonde is? Dat zij verre!“ (Rom. 7:7).  “De Wet is heilig, ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed” (Rom. 7:12). “Want wij weten dat de Wet geestelijk is (Rom. 7:14).

 De Wet is G E E S T E L I J K. Het probleem is dus beslist niet de Wet.  Het probleem is de mens met zijn zondige natuur, dus het vlees met zijn hartstochten en verlangens (Gal. 5:24).

God schrijft zijn eigen wetten niet af, Hij schrijft ze OP, namelijk op de harten van zijn volk. Gods geestelijke instructies aan de mens voor een harmonieuze, respectvolle en liefdevolle samenleving zijn onveranderlijk. En die instructies gelden IN DE EERSTE PLAATS voor zijn verbondsvolk ISRAËL (Hebreeën 8:10a). “Zie, er zijn dagen op komst, is de tijding van de ENE,- dat ik met het huis Israël en het huis Juda een nieuw verbond zal smeden… ik zal mijn Wet geven in hun binnenste en in hun hart schrijven… want ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet langer denken!”

(Jeremia 31:31-34).

DOEN STAAT CENTRAAL

Hij veranderde de woorden van zijn Vader niet, hij stelde ze in het volle licht zoals ze bedoeld zijn! Niet loslaten van de Tien Geboden, maar het DOEN ervan staat centraal in de leer van Christus. Christus verwacht dat zijn discipelen hetzelfde doen.

Tot degenen die Gods Geboden opzij zetten zal Jezus openlijk zeggen: ik heb u nog nooit gekend, ‘wijkt van mij, bewerkers der wetteloosheid’! (Matteüs 7:23). In het woord “wetteloosheid” zit het Griekse woord “nomos” (wet) en dit kan alleen maar betrekking hebben op Gods geschreven Thora!

Jezus is gestorven om de Wet in zekere zin haar macht te ontnemen. Maar dat is heel wat anders dan de Wet wegdoen. De uitleg dat de Wet is weggedaan is onbijbels. Want zo’n uitleg staat helemaal haaks op Jezus’ onderricht van de Thora. De gemeente van Jeshua in de eerste eeuw bestond uit Thora getrouwe Joden en niet-Joden.  Gelovige heidenen werden toegevoegd aan Gods volk Israël. Zonder Israël is er geen oplossing voor onze problemen.

“Tot de wet en tot de getuigenis!”
(Jesaja 8:20, NBG )

“Gaat tot onderricht en tot getuigenis!-
Als wat zij zeggen niet naar dit woord is
is er geen dageraad voor hen!” (Naardense Bijbel)

SABBAT ONTSTAAN OMWILLE VAN DE MENS

“De sabbat is ontstaan omwille van de mens” (Marcus 2:27). Er staat niet dat de sabbat is ontstaan omwille van de Jood. Want toen waren er nog geen Joden. Het is een heilig woord tot zegen van de mensheid. Gods ware volk houdt zich daaraan. Dit schitterende profetische schaduwbeeld zal pas zijn ultieme vervulling vinden in het toekomstige Koninkrijk van Jeshua Messias. Hij is “Heer van de Sabbat“ (Matteüs 12:8).

“Er blijft dus een sabbatsrust over voor de gemeente van God.
Want hij die is binnengekomen in zijn rust heeft ook zelf ‘van zijn werken gerust‘

zoals God van de zijne.
Laat ons dan haast maken
om in die rust binnen te komen,
opdat niemand,
naar het voorbeeld van
de ongehoorzaamheid, vált.”

Hebreeën 4:9-11

Kunt u ‘Amen’ zeggen?

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven